Showing posts with label Suriname. Show all posts
Showing posts with label Suriname. Show all posts

Thursday, January 14, 2010

En nu zijn er stormen

Het afgelopen jaar is wat het weer betreft ook weer een vreemd jaar geweest. Veel regen in de droge tijd en toen een maand droogte in de regentijd. Dat bracht mijn Dyamu bomen totaal van slag en er waren weinig Dyamus dit jaar. Dit vertel ik erbij omdat de gevolgen van al deze ongebruikelijke weersomstandigheden natuurlijk meer zijn dan het al of niet optreden van overstromingen of droogtes in de landbouw. De meeste gevolgen gaan aan ons, mensen, in eerste instantie gewoon voorbij.

De lange droogte die door de meteodienst werd voorspeld kwam niet. In tegendeel begon de kleine regentijd eerder dan normaal. Petrus broeia zeggen we in Suriname. We kunnen het de meteodienst ook niet kwalijk nemen, want ondanks alle berichten over veranderingen in het klimaat en ondanks alle tekenen die dat ook in Suriname geeft, heeft die dienst geen grote investeringen gezien voor meer en betere weerstudies en waarschuwingssystemen.

Wat wel kwam waren stormen. Achter elkaar. Twisters, draiwinti die we twee jaar geleden ook zagen en die als een incident werden afgedaan. Op het Floraproject waren de zinkplaten nog maar net weer vastgespijkerd op de daken of Marienburg, van Dijk en Zorg en Hoop kregen te maken met deze onsurinaamse winden.

We hebben de regering gevraagd om de zaken niet als incidenten af te doen, maar een instantie te belasten met de registratie, ook van de economische schade. Klimaatverandering is volgens de deskundigen niet toevallig, maar wordt veroorzaakt door onder andere de CO2 uitstoot. Grote oerwouden als de Surinaamse helpen de CO2 binden, maar kunnen de grote uitstoot niet geheel compenseren. Suriname levert dus met haar oerwouden nu al een bijdrage aan vermindering van het probleem. Dat doen we tot nu toe gratis.

We moeten onze uiterste best doen, om te voorkomen dat de rekening van ongebreidelde industriele ontwikkeling van het westen zonder meer aan ons wordt gepresenteerd.







Wednesday, August 13, 2008

Wat doen we in Suriname met de rapporten van IPCC en NIMOS over effecten van klimaatverandering?

Suriname is zoals veel landen in onze regio niet verantwoordelijk voor de uitstoot van grote hoeveelheden CO2 en wij behoren vanwege onze kleine economie en ons oerwoud, niet tot de grote vervuilers in de wereld. Bovendien behoren we tot de landen met een hoog percentage 'schone' energie, vanwege het feit dat we voor de opwekking van electriciteit voornamelijk waterkracht gebruiken. Wij zullen dus de gevolgen van de klimaatverandering over ons heen krijgen zonder dat we daaraan veel hebben bijgedragen en zonder dat we op dit moment belangrijk kunnen bijdragen aan de vermindering van CO2 uitstoot (hoewel alle beetjes helpen). We krijgen de problemen in elk geval wel op ons bord.

Waarschijnlijk zijn de ongewone weersomstandigheden die we binnen een relatief korte periode hebben meegemaakt, de eerste tekenen van het veranderend klimaat. Voor de meeste mensen in Suriname is dit duidelijk. Wat de gevolgen op wat langere termijn zullen zijn en hoe we erop moeten reageren is voor diezelfde mensen echter heel wat minder duidelijk.

De regering lijkt geen of onvoldoende aandacht te hebben voor de hele kwestie, terwijl de laatste rapporten van "The Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)" erop wijzen dat de situatie met betrekking tot CO2 uitstoot is verslechterd. Er blijken bovendien reeds enkele jaren rapporten te bestaan over de Surinaamse situatie, die een vrij grimmig beeld schetsen. Volgens "The first National Communication to the United Nations Framework Convention on Climate Change" van het NIMOS, zou de schade die Suriname kan lijden, lopen in de miljarden US dollars voor overheid en particulieren. Deze schade zal volgens het rapport vooral worden veroorzaakt door verzilting van landbouwgebieden en directe waterschade door zeespiegelstijging. Er wordt aangegeven dat reeds een zeespiegelstijgingen van 50 cm zeer ernstige gevolgen met zich mee zal brengen en dat een stijging van één meter rampzalig zal zijn.

Naast de effecten van zeespiegelstijging verwacht de IPCC problemen door extreme weersomstandigheden, zoals hevige regenval en episodes van droogte. Deze weersomstandigheden zijn intussen ook in Suriname voorgekomen, voorlopig met relatief weinig persoonlijke ongelukken, maar wel met behoorlijke materiele schade. In het aangehaalde NIMOS rapport wordt ook gewaarschuwd voor mogelijke toename van windkracht in de kustvlakte, waarbij in eerste instantie aan de reeds wankele bananensector wordt gedacht. De gevolgen op langere termijn van afnemende regenval zijn het droger worden van bepaalde landbouwgebieden, afname van beschikbaar zoet water en negatieve effecten op de opwekking van electriciteit door de waterkrachtcentrale te Afobaka. De toegenomen wind hebben we in 2007 en zeker in 2008 kunnen merken: We herinneren ons het weggewaaide dak van het Diakonessenhuis en de tientallen huizen op Leiding en Sarmacca waarvan daken of delen daarvan, letterlijk "eraf vlogen". Hieraan is van regeringszijde vrijwel geen aandacht besteed en naar de samenleving toe is er geen informatie geweest.

Naast de dreigingen presenteren de Surinaamse rapporten ook maatregelen ter bescherming en vermindering van de gevolgen. Het aanleggen van dammen en dijken in gebieden waarin er al veel is geinvesteerd zoals in Paramaribo, het wegtrekken uit bedreigde gebieden wanneer het niet anders kan en landbouwmaatregelen, zoals het planten van gewassen die kunnen gedijen in de nieuwe omstandigheden. Specifiek wordt geadviseerd om onderzoek te doen naar rijstsoorten die in brakwater of (zoals in het binnenland) op "droge grond" kunnen groeien in verband met de verwachte verzilting van traditionele rijstgronden. Ondanks de ernst van de geschetste situatie is door de regering echter geen plan van aanpak gepresenteerd en zijn de adviezen niet omgezet in een concreet actieplan.

Al deze zaken worden verder gecompliceerd door de verwachting dat de prijs van energie zal stijgen waardoor financiering van diverse activiteiten en projecten mogelijk in het gedrang kan komen, met name als te lang daarmee wordt gewacht. Als Suriname dus doorgaat met het negeren van de klimaatproblematiek zullen we onvoorbereid worden overvallen door negatieve effecten en gevaren waartegen we ons wel hadden kunnen beschermen. Het betekent echter ook dat we niet zullen kunnen inspelen op eventuele nieuwe mogelijkheden en ontwikkelingskansen, die door de veranderingen mogelijk ook zullen ontstaan.

Aanpassing aan de genoemde klimaatveranderingen in een tijdperk waarin de beschikbaarheid van goedkope energie en betaalbare voeding op zijn minst onzeker zijn, is geen zaak die individueel of zelfs door NGO's kan worden aangepakt. Overheden zullen daaraan stevig leiding moeten geven, in intensieve samenwerking met diverse organisaties van burgers en regionale overheden (die we niet hebben in Suriname).

Het is in elk geval noodzakelijk dat iedereen die op welk niveau dan ook een leidinggevende rol vervult in onze samenleving, zich met deze problematiek bezighoudt en van de leiding van het land en de volksvertegenwoordiging eist dat er een plan van aanpak wordt ontwikkeld en uitgevoerd, met de reeds beschikbare informatie als uitgangspunt. De ingestelde werkgroep die de regering moet adviseren over het milieu en het klimaat, moet transparant werken en de informatie mag niet verborgen blijven. De samenleving heeft recht op informatie en voorlichting, zoals dat ook is aangegeven in het NIMOS rapport. De regering heeft de plicht deze kwestie aan het parlement voor te leggen en het parlement dient het op de agenda te brengen, zodat we met elkaar kunnen bepalen op welke wijze we zullen inspelen op de problematiek.

Het laatste rapport van 'The Intergovernmental Panel on Climate Change', betreft een overzicht dat vooral bedoeld is voor beleidsmakers. De Surinaamse regering moet op korte termijn aan het parlement een plan van aanpak presenteren om de gevolgen van de gecombineerde "klimaat-energie-voedsel" problematiek, waar we reeds mee geconfronteerd worden, het hoofd te bieden.

In elk geval moet de regering op korte termijn:
  • Aan de Universiteit van Suriname, het NIMOS en andere nationale en internationale deskundigen de opdracht geven om binnen enkele maanden een geactualiseerd en meer gedetailleerd rapport te presenteren, over de specifiek voor Suriname te verwachten veranderingen en hun effecten op verschillende sectoren van onze samenleving.
  • Op basis van deze informatie en adviezen, in overleg met de private sector een geintegreerd programma ontwikkelen voor de aanpak van de problemen en de benutting van nieuwe mogelijkheden (bijvoorbeeld in de voedselproductie), waarbij ook rekening wordt gehouden met de verwachte ontwikkelingen op het gebied van de aardolieprijs.
  • Vaststellen welke acties in elk geval – de zogenaamde 'no regret' maatregelen - moeten worden ondernomen en direct daarna starten met de uitvoering. Verbetering van de waterhuishouding van Paramaribo en van de rijstarealen in Nickerie, vermindering van brandstofverbruik door onder andere eliminatie van de verkeerscongestie in de binnenstad, verbetering van het openbaar vervoer en de verbreding van de bruggen over het Saramacca kanaal, zijn enkele voorbeelden .
  • Financieringsbronnen identificeren en aanspreken.
  • Een concreet werkplan opstellen voor de uitvoering van in het programma geplande overheidsprojecten en activiteiten en dit als additioneel Meerjaren Ontwikkelingsplan aanbieden aan De Nationale Assemblee.
  • Een speciaal voorlichtingsprogramma opstarten om burgers te informeren over de problematiek, zodat ze de juiste beslissingen kunnen nemen en eventuele problemen kunnen voorkomen of oplossen. Vooral voor jonge mensen is deze informatie van bijzonder belang.







Friday, July 11, 2008

Over "Peak Oil"en peak armoede in Suriname



Speculatie, Resource nationalism, geopolitiek zijn de verklaringen die in tientallen (honderden?) artikelen en mediaberichten worden gegeven voor de onplezierig hoge en stijgende olieprijzen. In de artikelen en analyses over 'Peak Oil' zijn deze reacties lang geleden al voorspeld. Het is een feit dat al de genoemde zaken bijdragen aan de olieprijzen, maar het is heel goed mogelijk dat het onderliggende vraagstuk wel degelijk berust op een structureel verslechterende verhouding tussen beschikbaarheid en vraag.
Of we hieruit komen en op welke termijn zal nog even een vraag blijven. Ondertussen is het effect van de hoge olieprijzen al in alle sectoren duidelijk te merken. Het gevolg is dat er ook voor voeding en andere eerste levensbehoeften meer moet worden neergeteld.

Meer, dat velen in Suriname en in andere ontwikkelingslanden niet hebben.

De vraagstukken rond de prijs van voeding en transport (openbaar vervoer) zijn naar de top 3 van onze nationale prioriteitenlijst geklommen en zullen daar voorlopig wel blijven. Het probleem is dat er door de overheid geen maatregelen zijn getroffen als voorbereiding op deze reeds jaren geleden voorspelde situatie. Ondanks waarschuwingen en het verzoek om voorbereidingen te treffen voor een situatie met veel duurdere olie dan in 2005 wordt Suriname verrast door de ontwikkeling en gedwongen ad hoc maatregelen te treffen, zonder dat er een plan van aanpak bestaat waar de noodmaatregelen in passen.

Indien door welke omstandigheid dan ook de olieprijs wat omlaag gaat en ook laag blijft (hetgeen volgens vele analysten niet mogelijk is) zullen we in Suriname op zijn minst een zeer moeilijke periode doormaken, althans het volk. Terwijl de prijzen stijgen en het gewone volk moeite krijgt met het betalen van voedsel en transport, zullen de inkomsten voor oliemaatschappijen en rijstexporteurs stijgen. De overheid heeft nog geen reden gezien in de huidige situatie om een speciaal plan te ontwikkelen voor deze moeilijke periode, waarvan we naar het schijnt pas de beginfase meemaken. Dit is zorgelijk, want indien slechts de helft uitkomt van wat sommige gerenommeerde economen en oliedeskundigen verwachten, zal de nonchalance van de regering ons duur komen te staan.

Het is belangrijk dat we beseffen dat we door onze overvloedige natuurlijke hulpbronnen en onze relatief kleine bevolking meer mogelijkheden hebben dan vele andere landen, om de problemen het hoofd te bieden en zelfs ontwikkeling te realiseren. Wij moeten echter begrijpen dat we zowel persoonlijk als nationaal, deze mogelijkheden op korte termijn actief moeten gaan benutten. Als we dit niet doen zullen de de komende jaren er donker uitzien. Het leiderschap heeft in deze dagen een bijzondere opdracht. Sleeping on the job is meer dan ooit een misdaad.

Er is niemand die pasklare antwoorden heeft op de combinatie van uitdagingen die de nieuwe eeuw ons presenteert. Wat we echter wel kunnen zien is dat er met man en macht gewerkt zal moeten worden aan oplossingsmodellen voor problemen en aan ontwikkeling van nieuwe mogelijkheden. Hier wil ik volstaan met enkele korte opmerkingen over maatregelen en programma's die deel kunnen uitmaken van een plan voor ontwikkeling, binnen de huidige en toekomstige internationale economische omstandigheden.
  • Onze niet hernieuwbare hulpbronnen en met name
    bauxiet, goud etc. zijn zeer kostbaar en zullen in waarde toenemen naarmate de wereldvoorraden schaarser worden. Deze hulpbronnen zijn het onvervreemdbaar eigendom van het Surinaamse volk en mogen niet worden weggegeven in ruil voor spiegeltjes en kraaltjes. Deze en andere soortgelijke hulpbronnen moeten maximaal ten goede komen aan het volk van Suriname. Het staatsoliemodel is daarvoor een richtlijn.
  • De versnelde ontwikkeling van de agro-industriele sector moet met behulp van inkomsten uit de niet hernieuwbare hulpbronnen en waar nodig uit leningen worden gefinancierd, zodat voedsel kan worden geproduceerd en op rationele en duurzame wijze de biobrandstofsector kan worden opgestart, op basis van gewassen die de voedselproductie niet in het gedrang brengen.
  • De energiesector moet worden afgestemd op een nieuwe situatie door besparing bij het verbruik, uitbreiding en diversificatie van de opwekking en modernisering van de distributie.
  • Door de schaarste aan granen op de wereldmarkt is de prijs voor rijst gestegen. Volgens deskundigen is ondanks verhoogde prijzen voor inputs toch meer winst uit de sector te halen. We zouden onmiddellijk alle nationaal beschikbare deskundigheid, waar nodig met buitenlandse ondersteuning, moeten inzetten om een intensief agrarisch programma te ontwikkelen en uit te voeren, die de rijstproductie kan verveelvoudigen voor verhoging van de export en garantie van lokale rijstvoorziening.
  • Uitbreiding van het aantal soorten voedselgewassen kan verder bijdragen aan het garanderen van de nationale voedselzekerheid.
  • Bevordering van persoonlijke voedselvoorziening, door speciale programma's voor gezinslandbouw en tuinbouw.
  • Het volk van Suriname zal actief moeten worden voorgelicht, gemobiliseerd en ondersteund, om de problemen waar de mensen persoonlijk voor komen te staan op te lossen en mee te werken aan nationale programma's op dit gebied.
Ik hoop binnenkort Surinaamse deskundigen aan het woord te laten over de wijze waarop onze hulpbronnen kunnen worden ingezet, om een duurzame Surinaamse samenleving te realiseren.


Monday, May 07, 2007

Klimaatverandering en zeespiegelstijging: hoe verder voor Suriname?

This example of the effect a meter sea level rise would have on the coastal area in Suriname was generated by using an interactive map. The results are based on height information only.

Dit plaatje waarop onze kust te zien is in geval van een zeespiegelstijging van een meter, is gegenereerd met behulp van een interactieve kaart op het web.

Tegenwoordig zijn klimaatverandering en zeespiegelstijging, terecht, op ieders lip en (bijna) iedereen begint te begrijpen dat we er ernstig rekening mee moeten houden. Dat betekent dus, dat we in het stadium zijn aangekomen dat je zou kunnen plannen hiervoor en dat we voor Suriname ook de deskundigen moeten horen. Wie echter waar dan ook bij politieke, economische en/of bedrijfsmatige planning betrokken is, weet dat het horen van deskundigen slechts een eerste stap is om te komen tot een zinnige reactie op de gerezen vraagstukken wat dit betreft. De deskundigen (nationaal en internationaal) maken op basis van onderzoeksfeiten, waarschijnljkheden en onzekerheden de scenario's en de politieke leiding in de verschillende landen en de gemeenschappen (door pressie en opinie) zullen moeten bepalen met welke van die scenario's rekening moet en kan worden gehouden.

Voor Suriname is een stukje eigen onderzoek daarbij beslist noodzakeijk. Het is vrij duidelijk dat het land als geheel, als het slechts de oppervlakte betrof, relatief niet veel te vrezen zou hebben van een zeespiegelstijging, zelfs als deze meerdere meters zou bedragen. Het is omdat meer dan 70 % van ons volk in de kustvlakte woont en bovendien de meeste van onze vruchtbare landbouwgronden zo dicht bij de zee liggen, dat we als we niets doen, zelfs bij een relatief kleine zeespiegelstijging ernstige consequenties kunnen verwachten. Consequenties die waarschijnlijk in eerste instantie vooral de reeds kwakkelende landbouwsector zullen treffen.

Als we stilstaan bij wat op de kaart te zien is, lijkt het erop dat er in eerste instantie niet eens zozeer voor Paramaribo een probleem is. In eerse fase lijken vooral Commewijne en Nickerie die lager liggen ernstig te worden getroffen, terwijl daar bovendien onze rijstbouw en andere landbouwgebieden liggen. Coronie heeft een accuut probleem en ook daarover zullen in het licht van deze ontwikkelingen spoedig beslissingen moeten worden genomen. (Natuurlijk is de afwatering van Paramaribo een probleem, maar dat is het ook zonder zeespiegelstijging).

We kunnen er na het laatste klimaatrapport in elk geval niet meer omheen. Het klimaat verandert en zal voor de meeste landen extra problemen met zich meebrengen. De deskundigen zijn het er in elk geval over eens, dat de zeespiegel zal stijgen en dat we met meer extreme klimaat en weersituaties te maken zullen krijgen. De grote vraag die zij ook niet goed kunnen beantwoorden is: wat gebeurt er voor een bepaald gebied precies en hoe snel? Vooral dit laatste is natuurlijk van wezenlijk belang voor ons vermogen maatregelen te treffen ter bescherming van onze samenleving. De verschillende onderzoekers zijn het dus sinds kort over genoemde zaken vrijwel allemaal eens, maar geven bovendien, afhankelijk van hun positie en hun eigen ervaringen in het veld behoorlijk ver uiteenlopende mogelijkheden, die in feite zeer groot verschil maken als er een programma van maatregelen moet worden ontwikkeld.

We zien de zeer conservatieve schattingen van de zeespiegelstijging in het IPCC rapport, waar iedereen zich dan achter kon stellen maar waarin geen rekening is gehouden met de bijdrage van de polen en Groenland. Daartegenover houden sommige glaciologen ons voor, dat we mogelijk niet slechts met (minder dan) 1 meter in een eeuw rekening moeten houden, maar dat we op basis van hun observaties ook wel 3 meter in een eeuw zouden kunnen krijgen. Dus ongeveer een meter in 30 jaar en dat levert een totaal andere situatie op, die ook een ander programma van maatregelen zou vragen. Bepaling van het werkelijke scenario is dus van grote invloed op het proces van planning voor het tegengaan van negatieve effecten . Het maakt nogal wat verschil: een meter in een eeuw of een meter 30 jaar en daarna dus nog meer. Wat krijgen we verder? Minder regen maar veel meer op een dag? Lange droge tijden? De antwoorden op deze vragen bepalen natuurlijk in hoge mate welke reacties wenselijk en mogelijk zijn. Daar geven de rapporten en officiele verklaringen niet echt antwoord op. Het blijven verschillende scenario’s die volgens de onderzoekers elk een bepaalde waarschijnlijkheid hebben. De bijdrage die de polen zouden kunnen leveren aan het tempo en de mate van zeespiegelstijging is volgens alle deskundigen op dit moment nog helemaal niet goed in te schatten. Het kan letterlijk vriezen of dooien. De gevolgen van elk van de genoemde scenario’s zijn ernstig genoeg om elke samenleving zich te laten bezinnen op de gevolgen en te dwingen tot een besluit op basis van welk van de waarschijnlijkheden de maatregelen zullen worden afgestemd. Economie, politiek, lokale omstandigheden en risico's en 'common sense' zullen hierbij uiteindelijk bepalend zijn.

Het soort maatregelen dat moet worden genomen kan namelijk nogal verschillen, afhankelijk van wat je uitgangspunt is. Het gaat zoals gewoonlijk vooral om beslissingen over aanwending van geld. Elk interventieprogramma kost nogal wat en geld kan je maar een keer uitgeven. In dit geval mag het doel bovendien niet gemist worden 'you have to hit target'. Ter orientatie: volgens de bronnen rekent Nederland op 50 tot 70 miljard Euro in ongeveer 20 jaar.

Hoe zit het met Suriname? wat merken we al en wat zijn de maatregelen, wat zullen die kosten en waar zal het geld vandaan komen?

De landbouwgebieden in Nickerie en commewijne lijken in alle modellen het eerst te lijden, omdat ze blijkbaar het laagst liggen. Onze voeding komt daar in belangrijke mate vandaan. Er zullen in die gebieden waarschijnlijk op korte termijn goede zeeweringen en waterwerken moeten komen, evenals voor Coronie en Paramaribo, maar of dat op de langere termijn de oplossing is hangt natuurlijk af van het scenario dat als vertrekpunt wordt gebruikt. Dat bepaalt dan ook meteen wat voor soort werken worden aanlegd. Ik begrijp dat er onderzoek is gedaan en zal daarover dan weer vragen stellen in De Nationale Assemblée.

In elk geval moeten we in Suriname beginnen met alle deskundigen die we in huis hebben te betrekken bij onderzoek en voor de universiteit van Suriname voldoende middelen beschikbaar te maken. Deze fondsen zullen we in eerste instantie wel bij de internationale organisaties moeten halen. Daarvoor is er een eerste plan nodig. We zullen nu meer dan ooit moeten beseffen dat wat onze bodem oplevert moet worden ingezet voor de ontwikkeling en bescherming van ons eigen volk.

We hebben dus nog meer huiswerk , maar een voordeel van dit alles is, dat deze noodzakelijke activiteit, als we ons verstand gebruiken ook de nationale economie kan aanzwengelen. We moeten in elk geval plannen maken en vooral goed plannen gaan uitvoeren. Tot nu toe is het weer ons voor geweest. Nog zonder zeespiegelstijging en klimaatsverandering.

Wednesday, May 02, 2007

Kortere maar hevige regentijden, langere droge tijden ?

Het klimaat in Suriname zal in de toekomst veel meer onderwerp van gesprek zijn dan vroeger, dat is duidelijk.
We zijn niet sterk in het tijdig maatregelen nemen om problemen te voorkomen. In de achter ons liggende dagen, werden nadat delen van de stad dagenlang ondergelopen waren, driftig de lang verwaarloosde trenzen en afvoerkanalen opgehaald, althans zoveel mogelijk.
Het is voor mij duidelijk dat onderhoud en verbetering van de waterhuishouding van de stad en andere woonplaatsen in de kustvlakte van het allergrootste belang zijn.

Wet- en regelgeving, bestemmingsheffingen, het instellen van een speciale werkarm voor het nemen van deze maatregelen en het onderhouden en steeds aanpassen van het systeem zijn enkele van de belangrijkste maatregelen die per onmiddellijk moeten worden genomen.

Het is verder belangrijk dat we realistisch kijken naar het klimaatrapport dat recent is uitgebracht. Verschillende wetenschappers denken dat de aangegeven zeespiegelstijging een 'best case' scenario is.

De link in de titel leidt naar een interactieve kaart, waar de zeespiegelstijging kan worden bekeken.