Het afgelopen jaar is wat het weer betreft ook weer een vreemd jaar geweest. Veel regen in de droge tijd en toen een maand droogte in de regentijd. Dat bracht mijn Dyamu bomen totaal van slag en er waren weinig Dyamus dit jaar. Dit vertel ik erbij omdat de gevolgen van al deze ongebruikelijke weersomstandigheden natuurlijk meer zijn dan het al of niet optreden van overstromingen of droogtes in de landbouw. De meeste gevolgen gaan aan ons, mensen, in eerste instantie gewoon voorbij.
De lange droogte die door de meteodienst werd voorspeld kwam niet. In tegendeel begon de kleine regentijd eerder dan normaal. Petrus broeia zeggen we in Suriname. We kunnen het de meteodienst ook niet kwalijk nemen, want ondanks alle berichten over veranderingen in het klimaat en ondanks alle tekenen die dat ook in Suriname geeft, heeft die dienst geen grote investeringen gezien voor meer en betere weerstudies en waarschuwingssystemen.
Wat wel kwam waren stormen. Achter elkaar. Twisters, draiwinti die we twee jaar geleden ook zagen en die als een incident werden afgedaan. Op het Floraproject waren de zinkplaten nog maar net weer vastgespijkerd op de daken of Marienburg, van Dijk en Zorg en Hoop kregen te maken met deze onsurinaamse winden.
We hebben de regering gevraagd om de zaken niet als incidenten af te doen, maar een instantie te belasten met de registratie, ook van de economische schade. Klimaatverandering is volgens de deskundigen niet toevallig, maar wordt veroorzaakt door onder andere de CO2 uitstoot. Grote oerwouden als de Surinaamse helpen de CO2 binden, maar kunnen de grote uitstoot niet geheel compenseren. Suriname levert dus met haar oerwouden nu al een bijdrage aan vermindering van het probleem. Dat doen we tot nu toe gratis.
We moeten onze uiterste best doen, om te voorkomen dat de rekening van ongebreidelde industriele ontwikkeling van het westen zonder meer aan ons wordt gepresenteerd.
-